
Loïs – Aan ons gegeven
Als klein meisje van een paar jaar oud zei ik tegen mijn ouders dat ik later geen kinderen wilde. Dit om de volgende redenen:
- Ze kosten veel geld
- Zonder kinderen kan ik lekker gratis bij papa en mama blijven wonen
Dit veranderde gelukkig naar mate ik steeds ouder werd 😉 . Toen ik tiener was, zo’n 15 jaar ongeveer, was het een droom om ooit moeder te mogen worden en het liefst nog lekker jong ook. Ik was me er van bewust dat het krijgen van gezonde kinderen niet vanzelfsprekend was. Er zijn momenten geweest dat ik mijn wens uitsprak naar God. Ik bad dat als ik later kinderen mocht krijgen, ik hoopte dat ze gezond zouden zijn. ‘Maar als er een stel zou zijn dat een kindje zou krijgen dat iets mankeert of niet gezond is en ze zouden het kindje weg laten halen of er geen liefde voor voelen… Geef het dan maar aan mij‘.
Woensdagochtend, 11 juli 2018. De 2e 12 weken echo, zodat ons kindje hopelijk goed gemeten kon worden. Omdat we 2 dagen ervoor al een echo hadden gehad, was Mathijs thuis gebleven met Noah. Ik ging op de bank liggen, helemaal klaar om ons kleintje weer te zien.
Dan liever wij…
Tijdens de echo blijft het stil. Er hing een, voor mij onverklaarbare, spanning in de lucht. ‘Ik ben bang dat ik je moet laten schrikken…’ Tranen rolden langzaam over mijn wangen toen de verloskundige vertelde dat hij vocht zag achter het hoofdje en nekje. Terwijl ik daar lag begon mijn wereld in elkaar te storten. Na de echo gingen we zitten en er werd mij kort uitgelegd wat het allemaal kon zijn. Van een milde infectie tot aan de ergste chromosoomafwijking. Veel heb ik op dat moment niet opgeslagen… Er werd me gevraagd of Mathijs gebeld moest worden, maar ik dacht dat ik het korte stuk wel naar huis kon lopen. Met elke stap die ik deed voelde ik het verdriet zakken, totdat ik een eindje verderop in de straat in elkaar stortte en alleen maar kon huilen.
Ik belde Mathijs, maar ik kwam niet meer uit mijn woorden. Even later kwam hij aangerend en ving me op. In eerste instantie dacht hij dat ons kindje overleden was, maar toen ik weer een beetje kon praten, vertelde ik wat er gezien was op de echo. Later die ochtend konden we samen terecht op de praktijk om rustig te praten. Tijdens dit gesprek kon ik alles iets beter opslaan en kregen we een doorverwijzing naar het WKZ (Wilhelmina Kinderziekenhuis) voor verder onderzoek. Hier moesten we nog een week op wachten. Nooit vergeet ik het moment dat Mathijs gebeld werd tijdens het gesprek en hij de kamer uitliep. De verloskundige keek me aan en zei: ‘Houd er rekening mee dat het ook heel goed nog een miskraam kan worden’. Deze woorden hebben me de weken erna achtervolgd en ik was bang om ons kindje te verliezen.
Ik denk dat veel mensen zich nu zouden afvragen: waarom ik? waarom wij? Heel begrijpelijk en zelf heb ik dit zeker wel gevoeld. Maar toch draaide ik diezelfde avond de vraag om: waarom wij niet? Het kan íedereen overkomen en de meeste mensen breken zo’n zwangerschap af. Ik was vastbesloten om dit prachtige kindje te dragen met alle liefde die ik had. Dan liever wij…
In die week wachten zocht ik op wat het allemaal kon zijn. Ik schrok van verhalen die ik las op internet en de afwijkingen die ik tegenkwam. Mathijs was optimistisch, maar ik maakte me klaar voor een enorme klap. Ook bereidden we ons voor op het onderzoek in het ziekenhuis en het gesprek wat daarna zou volgen. Eén ding was voor ons zeker: we dragen de zwangerschap hoe dan ook uit. Hoe duidelijk dit ook voor ons was, het was niet makkelijk. Allerlei vragen spookten door ons hoofd en we voelden ons enorm onzeker. Wat was er aan de hand? Wordt het nog een miskraam of vroeggeboorte? Ook was ik bang dat ons kindje zou lijden in mijn buik en ik vroeg aan God dat als het echt zo erg was Hij ons kleintje wilde halen. Voor mijn gevoel werden we meegezogen in iets waar we uit wilden. Welke onderzoeken doen we wel en welke niet? We hadden veel om over na te denken. Een moeilijke, zware en lange week. Achteraf waren we blij met die week, omdat we meer tijd hadden om te bedenken welke vragen we wilden stellen en wat onze wensen waren. Dit konden we dan gelijk duidelijk aangeven tijdens het gesprek in het ziekenhuis.
Hoe lang de week ook duurde, hij ging voorbij. De dag was daar dat we gespannen in de auto zaten, onderweg naar Utrecht. We hadden een aardige echoscopiste en stagiaire. Ze noemden tijdens de echo allerlei termen in het latijn, maar soms legden ze wat dingen voor ons uit. Na het lange onderzoek hadden we een gesprek met de gynaecoloog en de stagiaire. We kregen een grafiek onder onze neus geschoven met allemaal kansberekeningen erop. Hij vertelde dat er tijdens de echo een aantal afwijkende dingen waren gezien, waaronder onder andere een hartafwijking, een navelbreukje en 2 aders in de navelstreng i.p.v. 3. Door deze afwijkingen kreeg hij het vermoeden dat ons kindje trisomie 18 had. Een ernstige chromosoomafwijking met een slechte verwachting. Er was een grote kans dat ons kindje in mijn buik zou komen te overlijden. Mocht ik toch de zwangerschap uitdragen en bevallen was de kans alsnog klein dat we ons kindje ooit levend in onze armen zouden mogen houden.
We zagen af van een vlokkentest en we wilden nu ook nog geen vruchtwaterpunctie, omdat we geen grotere kans wilden op een miskraam. Een vruchtwaterpunctie zouden we eventueel later in de zwangerschap doen om dingen te kunnen uitsluiten of om een duidelijke uitslag te krijgen. Eerlijk gezegd verwachtte ik niet meer dat het zover zou komen. Het enige goede nieuws wat we kregen was dat ons kindje in mijn buik nergens last van zou hebben.
Toen we het ziekenhuis uitliepen kwam de klap hard aan bij Mathijs en mij. Het begon tot ons door te dringen dat er waarschijnlijk een moment zou komen dat we afscheid moesten nemen van ons kleintje… Onze mooie Loïs <3.